Er is bijna geen nieuwsbericht over de problemen in de Nederlandse basisindustrie waarin de volgende bedrijfsnamen niet voorbij komen: Tronox, Indorama, LyondellBasell en Gunvor. Allemaal sloten zij het afgelopen jaar een grote fabriek in de Rotterdamse haven. De paniek daarover is groot. Maar is dat wel terecht? Hollands Welvaren dook in de jaarcijfers van de bedrijven.
Al jaren waarschuwt de Nederlandse industrie dat Nederland haar eigen vestigingsklimaat te grabbel gooit. Te hoge klimaatdoelen, te hoge kosten, te veel regels. Politici in Den Haag luisterden niet echt. Maar inmiddels is het tij gekeerd, want de wereld lijkt de gevaarlijker te worden. Dus hoe meer we zelf achter de dijken kunnen produceren, hoe veiliger we ons voelen. Als in korte tijd vier fabrieken sluiten, slaat dan al snel de vrees toe. We moeten iets doen, en snel ook!
Er is inderdaad genoeg reden om het vestigingsklimaat voor de industrie te verbeteren. Maar de vraag is of de paniek over deze fabriekssluitingen terecht is. Den Haag kan moeilijk een beschermende wax over de industrie gieten en alles precies zo houden als het was. De industrie moet verduurzamen, in veel sectoren is er overcapaciteit en steeds meer landen willen zelfvoorzienend zijn. Dat betekent per definitie dat panelen gaan schuiven in de industrie en niet iedereen mee kan komen. En precies dat lijkt aan de hand in de Rotterdamse haven.
De verhalen van de vier bedrijven zijn uiteraard verschillend. Maar als je de jaarverslagen erop na slaat - wat voor zover ik kon nagaan nog geen enkel ander medium heeft gedaan - bekruipt je wel steeds hetzelfde gevoel: het is niet verrassend dat juist deze fabriek wordt stilgelegd. Hieronder volgt per bedrijf een samenvatting. Daarvoor baseer ik me op één of meerdere jaarverslagen per fabriek, en op algemenere informatie, om aan te geven of Nederland zich door die sluiting meer overlevert aan ongure regimes, of niet.
Indorama, op de (PET)-fles
Het Thaise familiebedrijf Indorama is door jaren van overnames uitgegroeid tot een van de grootste plasticbedrijven ter wereld, met 117 fabrieken in 31 landen. Groei was belangrijk, winst maken wat minder. Maar na twee jaar van verliezen, moest er toch echt worden ingegrepen. In april vorig jaar werd besloten de Nederlandse fabriek, die onder meer de ingrediënten voor PET-flessen maakt, te sluiten. Het was daarmee de eerste van de recente grote fabriekssluiting in de Rotterdamse haven. Maar Indorama sloot vorig jaar ook in Portugal, Australië en Canada fabrieken. Opvallend, omdat met name die twee laatste grote grondstoffen- en fossiele landen zijn waar je niet de relatief hoge energieprijzen de schuld kunt geven.
De Nederlandse fabriek wist met slechts 225 medewerkers in 2022 een duizelingwekkende omzet van 822 miljoen euro te maken, waarvan een mooie 42 miljoen overbleef als winst. Waarom zo'n fabriek sluiten? Hoewel de fabriek nog geen jaarverslag over 2023 heeft gedeponeerd, biedt dat van 2022 wel al een inkijkje (het werd namelijk pas in 13 oktober 2023 gedeponeerd).
In 2022 had Indoroma het al voor een vijfde keer op een akkoordje moeten gooien met de bank, omdat het in Europa niet financieel gezond genoeg was. Maar begin 2023 ging het alwéér mis en voldeed Indorama in Europa niet aan haar bankconvenanten. De vraag naar PET in Europa was zodanig laag, dat begin 2023 een van de twee productielijnen in Rotterdam werd stilgelegd. In mei stortte het moederbedrijf 30 miljoen euro bij, om Rotterdam draaiende te houden. Maar de verwachting was dat de Rotterdamse fabriek dat jaar cash negative zou draaien: er zou dus geld bij moeten, terwijl ze al het uiterste vroegen van de bank.
Indorama heeft onder meer last van hoge energieprijzen in Europa, zo zegt zij in het jaarverslag. Ook is de concurrentie uit Azië groot. De Europese Commissie erkent dat China zijn eigen PET-producenten oneerlijk bevoordeelt en stelt op 3 april 2024 importtarieven in voor PET-plastic. Twee dagen later gooit Indoroma in Rotterdam dus alsnog de handdoek in de ring. In ieder geval tot een paar jaar geleden was Europa overigens een netto exporteur van plastic, stelt de Europese branchevereniging van plasticproducenten. Het is dus niet zo dat er helemaal geen plastic-industrie meer is in Europa.
Tronox, cruciaal verfingrediënt
Titaniumdioxide. Het is zo'n stof waarvan je niet wist dat je het mist, tot het er niet meer is. Het is een pigment dat in bijna alle verf zit en dat zorgt voor een witte kleur. En tot 6 maart werd het gemaakt in de Rotterdamse haven, door Tronox. Het is zo'n klein, onbekend, maar cruciaal dominosteentje in een industrieketen, waarvan je niet wil dat het omvalt.
Maar feit is ook dat je titaniumdioxide alleen kunt blijven maken als je er ook structureel winst mee maakt. In 2023 maakte Tronox in Nederland 28 miljoen euro verlies op 187 miljoen euro omzet. Ook in de eerste helft van 2024 werd verlies geleden, staat in het jaarverslag van 2023 (dat pas een paar dagen voor kerst 2024 werd gedeponeerd). Ook heel 2024 draaide hoogstwaarschijnlijk uit op een verlies, zo voorspelde het bedrijf zelf. Het Britse moederbedrijf twijfelde zo aan de toekomstige winstgevendheid van haar Nederlandse dochter, dat zij 32 miljoen dollar afschreef.
Net als Indorama, had ook Tronox last van oneerlijke concurrentie uit China. Daarom stelde de Europese Unie begin dit jaar ook hier importheffingen in (ja, voordat Trump begon met zijn tarievenoorlog...). Is het sluiten van de Rotterdamse fabriek dus een zoveelste afbreuk van onze strategische autonomie?
Dat valt te bezien.
This article is for paid members only
To continue reading this article, upgrade your account to get full access.
Subscribe NowAlready have an account? Sign In