Dit artikel is geschreven door Leo Greenberg, student geschiedenis en filosofie aan Yale University. Het is gepubliceerd in de Amerikaanse nieuwsbrief Persuasion en wordt hier met toestemming van Greenberg herdrukt. Hollands Welvaren vertaalde de tekst met behulp van AI en paste die versie waar nodig aan. De originele Engelse tekst vind je hier.
Wat de Nederlandse verkiezingen zeggen over de toekomst van Europa
Vestigingliberalisme is in opkomst.
Er is waarschijnlijk geen land ter wereld dat liberaler is dan Nederland. Al sinds de zestiende eeuw is het een handelsrepubliek, en begin deze eeuw was het het eerste land ter wereld dat het homohuwelijk en euthanasie legaliseerde. Abortus is er toegestaan en je kunt er psychedelica vinden. Van alle grote Europese landen is Nederland het minst religieus.
Op het eerste gezicht leek de verkiezingsuitslag van woensdag een bevestiging van dat liberale karakter. Na de val van een rechts kabinet kwam de progressieve partij D66 - onder leiding van de 38-jarige Rob Jetten - als winnaar uit de bus en lijkt hij het land weer in liberale richting te willen sturen.
Maar onder de oppervlakte laat deze verkiezing juist zien hoe stevig een behoudender en defensiever gedachtegoed zich in Europa heeft genesteld. Het volgende Nederlandse kabinet zal, hoewel het vermoedelijk wordt gevormd door liberale en middenpartijen, vrijwel zeker inzetten op hogere defensie-uitgaven en strengere migratie- en asielregels. Nederland dreigt hét voorbeeld te worden van een breder Europees verschijnsel: overheden die conservatieve middelen inzetten om liberale doelen te bereiken.
Europese liberalen verplichten inburgeringsprogramma’s uit naam van secularisme. Ze versterken hun krijgsmacht ter bevordering van Europese samenwerking. Ze beperken migratie om tolerantie te beschermen. En ze tarten Europese rechtsregels om het Europese project als geheel te behouden.
Nederland heeft ervoor gekozen om het duidelijkste Europese voorbeeld te worden van de Liberale Vesting.
Van openheid naar afscherming
Decennialang stond Nederlands liberalisme gelijk aan open grenzen en lage defensie-uitgaven. In 1995 verwelkomde Nederland zo’n 96.000 immigranten; in 2022 waren dat er meer dan 400.000. Inmiddels is ongeveer een zesde van de bevolking in het buitenland geboren en is 14% van de Nederlandse jongeren moslim.
Tegelijkertijd groeide de steun voor migratiebeperkingen. Die spanning tussen progressieven en centrumliberalen leidde in 2023 tot de val van het kabinet-Rutte. Bij de verkiezingen die volgden, stond immigratie centraal – en won Geert Wilders met zijn Partij voor de Vrijheid (PVV) overtuigend. Gevestigde partijen besloten daarna met hem samen te werken.
Het resultaat was het kabinet-Schoof, waarin Wilders samenwerkte met centrumrechtse liberalen met de belofte om migratie te beperken. Daarin slaagden ze gedeeltelijk: tussen 2022 en 2024 daalde de immigratie met 20%. Maar Wilders overspeelde zijn hand. In mei riep hij op om een beroep te doen op artikel 72 van het EU-Verdrag, waarmee lidstaten Europese asielregels kunnen negeren om ‘de openbare orde en binnenlandse veiligheid’ te beschermen. Wilders stelde dat de toestroom van asielzoekers een oorlogsachtige bedreiging vormde voor de Nederlandse soevereiniteit.
De traditionele centrumrechtse partijen wezen dat af, verwijzend naar Europees recht. In juni viel ook het kabinet-Schoof – het tweede kabinet op rij dat struikelde over migratie. De breuk weerspiegelt een patroon in heel Europa: partijen zijn het eens over beperking van migratie, maar verdeeld over de vraag hoe ver die mag gaan en of men Europese regels mag negeren.
De liberale omslag naar defensie
Ook over defensie was lang brede consensus: Nederland gaf decennialang niet meer dan 2 procent van het bbp uit aan defensie en vertrouwde op de Amerikaanse NAVO-paraplu.
Maar onder druk van Trump en door de oorlog in Oekraïne is het defensiebudget fors gestegen. In 2024 gaf Nederland per hoofd van de bevolking meer uit aan defensie dan Frankrijk, Italië of Duitsland. Rutte - ooit premier van zuinige defensiebegrotingen - is nu NAVO-secretaris-generaal en zet andere Europese leiders onder druk om 5% van hun bbp aan defensie te besteden.
Bij de jongste verkiezingen verloren alle partijen van het gevallen kabinet terrein, inclusief Wilders’ PVV en de traditionele centrumrechtse partijen. Toch is er weinig reden om te denken dat Nederland van koers zal veranderen. Integendeel: ook de liberalen lijken zich neer te leggen bij een meer defensieve, gemilitariseerde koers.
Die nieuwe consensus wordt breed gedragen. Zelfs de Partij voor de Dieren steunde in juni hogere defensie-uitgaven. D66, dat jarenlang pleitte voor bezuinigingen op defensie, stelde dit keer: “Ons leger is onze grootste kracht,” en pleitte voor een Europese krijgsmacht om Russische agressie te weerstaan.
‘Streng maar fair’
Ook op migratie heeft D66 een omslag doorgemaakt. Rob Jetten, de vermoedelijke nieuwe premier, neemt afstand van het harde rechtse taalgebruik, maar spreekt wel van een “snel, streng en eerlijk” asielsysteem – een echo van Bill Clintons formule over abortus: “safe, legal and rare.”
This article is for subscribers only
To continue reading this article, just register your email and we will send you access.
Subscribe NowAlready have an account? Sign In