Nederland heeft de grootste chipindustrie van Europa. Die industrie groeit de komende jaren wereldwijd héél hard. Nederland staat voor de keuze: maakt het ruim baan voor die groei, of laat het de sector verpieteren?
Dit is deel 2 in een serie artikelen over de chipindustrie.
- Lees hier deel 1: Dit zijn de grootste chipbedrijven van Nederland
- Deel 3 wordt: Wat betekent de opmars van China voor Nederlandse chipbedrijven?
Je kunt dit artikel ook in het Engels lezen door rechtsonder op 'Nederlands' te klikken en de taal aan te passen.
Bijna eigenhandig redt ASML de Nederlandse industrie van krimp. Terwijl veel industrie al jaren achteruit kachelt - zoals chemie en basismetaal - produceert de gehele Nederlandse industrie nu toch ietsje meer (6%) dan voor corona. Dat komt doordat de machine-industrie, die gedomineerd wordt door ASML, met liefst 80% is gegroeid in zes jaar tijd. 'Chipbedrijven zijn nu goed voor 60% van de machine-industrie,' zegt Edse Dantuma, sectoreconoom bij ING.
En de triomftocht van de chipmachinebouwer is nog niet ten einde. ASML verwacht dat de eigen omzet groeit van 28 miljard euro vorig jaar, naar 44 tot 60 miljard euro in 2030. Grofweg een verdubbeling dus.
Chipsector gaat 9% per jaar groeien, verwacht ASML
Dat is geweldig nieuws toch? Zeker ook voor alle Nederlandse toeleveranciers van ASML, zoals VDL, Neways, NTS Group, Aalberts Industries en Demcon die zich de komende jaren verzekerd weten van een klant wiens honger niet te stelpen is.
Of is het niet zo simpel?
De groei van de chipsector is namelijk zo gigantisch, dat we dat in Nederland gewoon niet meer gewend zijn. Door de revolutie in kunstmatige intelligentie (AI) groeit de vraag naar chips nog sneller dan in het verleden. ASML stelt dat de chipsector tussen 2013 en 2023 met 6% per jaar groeide, maar verwacht dat de groei tot 2030 9% per jaar gaat bedragen. Met name de vraag naar de meest geavanceerde chips neemt toe. Die chips kunnen alleen met ASML's EUV-machines worden gemaakt.

9% groei klinkt leuk. Maar wie bedenkt dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verwacht dat de economie van de eurozone in die periode met slechts 1,2 procent groeit, ziet het gat. Alles is hier ingesteld op rustig voort kachelen, terwijl de chipsector heel snel heel grote stappen moet maken. Anders gaan Amerikaanse en Chinese bedrijven er met de groei vandoor.
Waar zitten de knelpunten? En hoe kunnen die worden opgelost?
Innovatief volkje
'Het is ook wel bizar hè, wat hier allemaal ontwikkeld wordt,' zegt ING-sectoreconoom Jan Frederik Slijkerman. 'Als je kijkt naar halfgeleidertechnologie, maar ook radiotechnologie via radiofrequentiechips en sensoren, dan zit er zoveel kennis bij universiteiten. En het kennisnetwerk tussen universiteiten en bedrijven is van oudsher super in Nederland, dat vind je eigenlijk nergens anders.' De Nederlandse poldermentaliteit, met korte lijntjes en veel samenwerking, betaalt zich hier uit.
Wil je meer lezen van Hollands Welvaren? Abonneer je dan nu (gratis of betaald) op de wekelijkse nieuwsbrief. Veel artikelen zijn nu nog gratis, maar wie nu toch alvast een betaald abonnement neemt, betaalt niet 50 euro per jaar, maar 40 euro én krijgt de belofte dat de prijs nooit stijgt: inflatievrij.
Zeker in de chipindustrie is het cruciaal om te blijven investeren in vernieuwing. ASML schat dat grofweg de helft van de marge die bedrijven in de sector maken (inkomsten min kosten) wordt besteed aan Research & Development (R&D). Ook Nederlandse chipbedrijven doen dat volop.
Voor dubbeltje op de eerste rang
Nederland heeft hier dus een goede uitgangspositie, met gerenommeerde technische universiteiten en een goede kennisuitwisseling met bedrijven. Alhoewel: het is eigenlijk best bijzonder dat Nederland het zo goed doet, gezien de magere bedragen die ons land investeert.
De EU heeft als doelstelling dat lidstaten 3% van hun totale economie in R&D steken. Bijna alle landen (buiten de EU) die een grote chipsector hebben, doen dat ook, behalve Nederland. Je zou kunnen zeggen: het is nog een wonder dat Nederland meedoet in de internationale chip-top, gezien deze cijfers.
Het zijn niet zozeer bedrijven die het hier laten afweten, maar de overheid. Bedrijven zijn, als percentage van de totale economie, méér gaan uitgeven aan R&D. Het hoger onderwijs juist minder.
Het is nogal een risico voor Nederland om erop te gokken dat het mee kan blijven komen in het wereldwijde innovatiegeweld, terwijl het er nauwelijks geld tegenaan gooit. Wie als politicus het zekere voor het onzekere wil nemen, investeert dus meer in innovatie. Dat kan door zelf meer geld uit te trekken voor onderwijs, of door bedrijven meer fiscale prikkels te geven wanneer ze investeren in R&D.
Geen beta's
Maar er is misschien nog wel een urgenter probleem in het hoger onderwijs. Studenten kiezen in Nederland namelijk nauwelijks voor technische opleidingen. Slechts 1,5% van de twintigers heeft een beta- of technische opleiding gedaan, ver onder het EU-gemiddelde van 2,3, blijkt uit cijfers van het Rathenau-instituut. Nederland is met 18 miljoen inwoners niet alleen een klein land, de mensen díé er zijn, kiezen vaak voor een opleiding die hen ongeschikt maakt om in de chipsector te werken.
Geen wonder dat ASML in Veldhoven werknemers uit 121 verschillende landen heeft rondlopen: ze kunnen de mensen in Nederland simpelweg niet vinden.
Disclaimer: ook de auteur heeft (uiteraard) geen technische opleiding gedaan.
Er werken nu 50.000 mensen in de Nederlandse chipsector, berekende de overheid vorig jaar. Tot 2030 moeten daar nog 38.000 banen bijkomen, zo is de verwachting. Vooral in de Brainport Eindhoven (26.000). De overheid hoopt dat probleem op te kunnen lossen door er 450 miljoen euro publiek geld tegenaan te gooien. Maar het is maar de vraag of dat werkt, en wat de gevolgen zijn.
In de Brainport Eindhoven is namelijk niet alleen een tekort aan mensen in de chipsector, maar is er óók nog een sterke IT-sector. Én een sterk gezondheidszorgcluster met onder meer Philips en VDL. Én DAF maakt er ook nog eens meer dan 100 vrachtwagens per dag. In totaal zijn er dus maar liefst 50.000 extra technische mensen nodig in de regio, verwacht de regio zelf.
De groei van de chipsector zou dus zomaar eens ten koste kunnen van andere industrie, omdat er gewoon niet genoeg technisch geschoold personeel beschikbaar is. Doordat chipbedrijven zeer winstgevend zijn, kunnen ze ook hogere salarissen betalen dan veel andere sectoren.
De Brainportregio heeft een plan bedacht om de tekorten deels op te lossen. Het zijn voor de hand liggende plannen: Meer jongeren een technische oplossing laten doen, mensen bijscholen en überhaupt meer mensen aan het werk krijgen. Maar de grootste slag is toch vooral te slaan door meer mensen uit het buitenland te halen, constateert de regio.
Show me the money
Gelukkig draait de chipsector om meer dan alleen mensen. 'In de jaren tachtig en negentig verloor Europa marktaandeel bij de productie van chips, doordat Aziatische landen kozen voor een agressieve groeistrategie, geholpen door lage loonlosten,' zegt Slijkerman van ING. 'Maar de moderne chipfabrieken zijn juist heel kapitaalintensief.' Dat is goed nieuws voor Europa, waar goedkope arbeid schaars is, maar kapitaal ruim voor handen is. Of eigenlijk: zou moeten zijn.
'Een aantal goede startups kan niet doorgroeien, omdat er geen geld is'
'De Chinezen lachen ons gewoon uit,' zegt Alain le Loux, partner van de Nederlands-Amerikaanse durfinvesteerder Cottonwood. 'Zij investeren veel meer geld en gaan veel sneller.' Nederland en de gehele Europese Unie lopen op tegen het probleem dat er weinig durfkapitaal voor handen is: geld dat wordt geïnvesteerd in ambitieuze maar ook risicovolle startups.
Beginnende startups komen in Nederland nog wel aan geld, maar wie door wil groeien en echt grote bedragen nodig heeft, heeft vaak moeite om het geld daarvoor te vinden. 'Een aantal goede startups kan niet doorgroeien, omdat er in Nederland voor de opschalingsfase geen geld is.' zegt Le Loux.
Wil je meer verdieping over het tekort aan durfkapitaal in Nederland? Lees dan dit verhaal: Waarom een Nationale Investeringsbank van 100 miljard euro een héél slecht idee is
Slechts vier startups in de chipindustrie wisten de afgelopen jaren meer dan 100 miljoen euro groeigeld op te halen, blijkt uit cijfers van Techleap. Twee daarvan zitten in de nog jonge markt voor fotonica: chips die niet werken met stroom, maar met licht. Dat maakt ze sneller en energiezuiniger. 'Nederland loopt hier nog in voorop, met de nadruk op nog,' zegt Le Loux. Want China en Amerika schalen sneller op dan Nederland.
Geen grote uitverkoop aan het buitenland
Het goede nieuws is dat Nederlandse investeerders wel wakker worden. Alle vier de bedrijven die meer dan 100 miljoen hebben opgehaald, hebben zowel Invest-NL als Innovation Industries aan boord gehaald als investeerders. De eerste investeert overheidsgeld, de ander grote bedragen van pensioenfondsen, vooral die van de industrie (PME en PMT). ASML, VDL en NXP vinden het zo belangrijk dat de fotonica in Nederland van de grond komt, dat ook zij geld hebben gestopt in Smart Photonics.
Er is dus geen sprake van een uitverkoop van kansrijke Nederlandse chipbedrijven aan het buitenland. En langzaamaan komt er steeds meer geld beschikbaar. De hoop is dat pensioenfondsen door de grote pensioenhervorming iets meer risico durven te gaan nemen, en er wordt gesproken over de uitbreiding van Invest-NL.
Of dat allemaal snel genoeg gaat om al de komende jaren flinke bedragen vrij te maken, is echter de vraag. Het kleinere Nijmeegse chipbedrijf Trymax (19 miljoen euro omzet) werd begin dit jaar verkocht aan een branchegenoot uit Singapore, zodat er meer geld en schaalvoordeel was om door te groeien.
Ook het trotse familiebedrijf NTS Group, dat een belangrijke leverancier van ASML is, kwam tot de conclusie dat het op eigen kracht niet snel genoeg kon groeien. De familie Wintermans verkocht een minderheidsbelang in NTS Group aan NPM Capital (de investeringsmaatschappij van familiebedrijf SHV) zodat er geld was voor schaalvergroting.
Dat zelfs een bedrijf als NTS met 264 miljoen euro omzet niet genoeg schaal heeft om op eigen kracht te innoveren en te investeren, zegt iets over de enorme druk die de Nederlandse chipsector ervaart. Zeker de leveranciers van ASML.
Je mag niet te afhankelijk worden van ASML
Het overgrote deel van de onderdelen in een ASML-machine komen namelijk niet van het bedrijf zelf, maar van leveranciers. Zij zijn dus sterk van elkaar afhankelijk, want sommige leveranciers maken spullen die zo uniek zijn dat ASML ze onmogelijk elders vandaan kan halen.
Om te voorkomen dat leveranciers te afhankelijk worden van ASML, eist het bedrijf dat leveranciers maximaal 35 tot 40 procent van hun omzet bij ASML vandaan halen. Ook als ASML een keer een magere periode door zou maken en minder onderdelen bestelt, blijven de leveranciers dan overeind - is het idee. De belangrijke Nederlandse ASML-leveranciers VDL, Prodrive, NTS en Demcon zijn bijvoorbeeld ook heel actief in het meebouwen aan apparatuur voor de gezondheidssector.
Maar de eis van ASML betekent wel dat áls je als leverancier al veel levert aan ASML en je mee wil groeien met de verwachtte verdubbeling van het Veldhovense bedrijf, je ook je andere activiteiten flink moeten laten groeien. Anders word je immers alsnog te afhankelijk van ASML.
Wíllen meegroeien is een ding, maar kúnnen meegroeien een ander. Het is al moeilijk om technisch personeel te vinden voor de chipindustrie, laat staan als je tegelijkertijd ook nog je technische afdelingen voor de zorg, of defensie moet uitbreiden.
Het roer moet om
Nederland heeft jarenlang op wonderbaarlijke wijze het grootste chipcluster van Europa uit de grond gestampt. Met relatief weinig R&D-uitgaven, weinig technisch opgeleide mensen en weinig groeigeld. Maar de vraag is of dat zo door kan gaan, nu de chipsector in een hogere versnelling gaat en zowel Amerika als China hun uiterste best doen om deze strategische sector naar zich toe te trekken.
De tijd dat Nederland voor een dubbeltje op de eerste rang kon zitten, is voorbij. Zonder meer geld voor onderzoek, meer technische studenten, meer buitenlands talent en grotere investeringsbedragen, is de kans groot dat Nederland deze groeibriljant uit zijn handen laat glippen.